Description |
In het asielrecht is het in eerste instantie aan de asielzoeker om aannemelijk te maken dat
hij bescherming nodig heeft van de Nederlandse overheid. De Nederlandse overheid beoordeelt de aannemelijkheid van het asielrelaas op basis van de gesprekken die medewerkers
van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) voeren met de asielzoeker en algemene
informatie over het land van herkomst. Naast deze informatie wordt in sommige gevallen
medisch onderzoek gebruikt om stellingen van de asielzoeker te onderbouwen, of juist te
weerleggen. Dit type medisch onderzoek vormt het onderwerp van dit advies.
In het asielrecht werd jarenlang het uitgangspunt gehanteerd dat bij de beoordeling van
asielverzoeken medische aspecten in beginsel geen rol kunnen spelen. De verantwoordelijke bewindspersonen hebben de afgelopen jaren steeds het standpunt ingenomen dat er
medisch gezien (meestal) geen zekere uitspraken kunnen worden gedaan over de oorzaak
van littekens, fysieke en psychische klachten.
Dit standpunt is niet onomstreden. Al in 1999 stelde een groot aantal deskundigen een
handleiding op voor onderzoek naar de gevolgen van marteling en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. Deze handleiding wordt ook wel het
Istanbul Protocol genoemd. In dit protocol is expliciet neergelegd hoe de waarschijnlijkheid van een causale relatie tussen littekens, lichamelijke en psychische klachten en de
gestelde oorzaak daarvan, kan worden onderzocht.
Ook in de praktijk bij de IND wordt het standpunt dat medische aspecten in beginsel
geen rol kunnen spelen genuanceerd. Als de asielzoeker een medische rapportage indient
die conform de richtlijnen van het Istanbul Protocol is opgesteld, wordt deze door medewerkers van de IND betrokken bij de beoordeling van de asielaanvraag.
Voor het verkrijgen van dit type medisch onderzoek zijn asielzoekers tot op heden afhankelijk van particuliere organisaties, met name van het instituut voor Mensenrechten en
Medisch Onderzoek (iMMO).
Aanleiding voor het advies en adviesvraag
Met het oog op verdere harmonisering van het Europese asielstelsel is op 26 juni 2013 de
herziene Procedurerichtlijn gepubliceerd. Deze richtlijn bevat minimumnormen waaraan
alle asielprocedures in de lidstaten van de Europese Unie moeten voldoen. De richtlijn
dient uiterlijk op 20 juli 2015 te zijn geïmplementeerd in nationale wet- en regelgeving. Artikel 18 van de herziene richtlijn bevat een nieuwe bepaling die specifiek ziet
op medisch onderzoek betreffende aanwijzingen van vroegere vervolging of ernstige
schade. Het gevolg van de richtlijn is dat littekens en psychische of fysieke klachten een
element zullen gaan vormen waarmee de staatssecretaris bij de beoordeling van asielaanvragen rekening zal moeten gaan houden en waar hij ook op eigen initiatief onderzoek
naar zal moeten gaan doen.
De staatssecretaris heeft de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) op 21
maart 2014 gevraagd hoe artikel 18 in de asielprocedure kan worden vormgegeven.
De adviesvraag die door de ACVZ is gehanteerd luidt:
“Hoe moet de implementatie van artikel 18 van de Procedurerichtlijn betreffende medisch
onderzoek in regelgeving en in de asielprocedure worden vormgegeven?”
In het advies wordt nagegaan in welke gevallen medisch onderzoek moet worden verricht, aan welke normen het medisch onderzoek moet voldoen, hoe het medisch onderzoek procedureel kan worden ingericht en hoe het onderzoek moet worden meegewogen
in de beoordeling van een asielverzoek. Daarnaast is nagegaan hoe immigratiediensten
van andere landen omgaan met dit type medisch onderzoek.
|