Description |
Mensenhandel is een misdrijf en een schending van de mensenrechten. Er is sprake van mensenhandel als iemand door middel van dwang, misleiding of misbruik in een uitbuitingssituatie wordt gebracht of gehouden. Mensenhandel is zowel een strafrechtelijk als vreemdelingrechtelijk thema. Dat laatste omdat veel slachtoffers geen Nederlander zijn.
In dit advies worden beide rechtsgebieden in onderlinge samenhang bezien. De primaire focus van de ACVZ is, gelet op haar expertise, gericht op de vreemdelingrechtelijke
aspecten van mensenhandel.
De huidige regeling voor slachtoffers van mensenhandel
Op grond van de huidige ‘B9-regeling’ – genoemd naar het hoofdstuk in de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000) –krijgen vreemdelingen bij de ‘geringste aanwijzing’ dat zij slachtoffer van mensenhandel zijn, een bedenktijd van maximaal drie maanden om in rust te overwegen of zij willen meewerken aan de strafrechtelijke opsporing en vervolging van de verdachte(n). Medewerking met politie en Openbaar Ministerie (OM) is een voorwaarde om een B9-vergunning te krijgen. Die vergunning geeft recht op verblijf gedurende het strafrechtelijk onderzoek naar de verdachte(n). Voortgezet verblijf wordt toegestaan als de medewerking van het slachtoffer tot een veroordeling van de verdachte(n) heeft geleid, het slachtoffer op het moment van de rechterlijke uitspraak drie jaar rechtmatig in Nederland verblijft op grond van een B9-vergunning, of de strafzaak na drie jaar nog loopt.
|