Description |
Aanleiding voor dit onderzoek vormden spanningen die kunnen bestaan tussen het (jeugd)beschermingsrecht en het vreemdelingenrecht, zoals deze bijvoorbeeld naar voren zijn gekomen in de gebeurtenissen omtrent de casus van de Armeense kinderen.1 Het onderzoek bestond uit twee delen 1) de algemene wettelijke kaders en beleidskaders; 2) de knelpunten in de praktijk, met een nadere uitwerking van wettelijke en beleidsnormen in (een selectie van) deze knelpunten. Het onderzoek had als doel inzicht te bieden in (de combinatie van) het jeugd(beschermings)recht en het vreemdelingenrecht ten aanzien van minderjarigen. Er is onderzocht waar spanningen of knelpunten tussen beide rechtsgebieden optreden, zowel op het niveau van wet- en regelgeving als in de uitvoeringspraktijk. Daarbij is onder meer bekeken of, en zo ja in hoeverre, rechtsnormen uit het ene rechtsgebied prevaleren over rechtsnormen uit het andere rechtsgebied. Waar het prevaleren van rechtsnormen niet op heldere wijze uit de wet- en regelgeving voortvloeit, zijn andere (praktijkgerichte) oplossingsrichtingen verkend. De probleemstelling van het onderzoek luidt: Welke zijn de (potentieel) conflicterende en/of spanningsvolle onderdelen of aspecten in de wet- en regelgeving voor het jeugdbeschermingsrecht en het vreemdelingenrecht ten aanzien van minderjarigen, zowel op het niveau van de wet- en regelgeving als voor de uitvoering in de praktijk en in hoeverre blijkt uit de wet- en regelgeving welk recht prevaleert? Hoe kunnen de (ervaren) spanningen en conflicten worden opgelost in situaties waarin niet uit de wet- en regelgeving blijkt welk recht prevaleert en wat is hiervoor nodig? INHOUD: 1. Introductie 2. Jeugd(beschermings)recht: relevante regelgeving en de rol van jeugdrechtelijke instanties 3. De positie van het kind in het vreemdelingenrecht 4. Kernbevoegdheden en taken van gecertificeerde instellingen, RvdK, IND en DT&V 5. Tussenconclusies en beantwoording van deelvragen 6. De uiteenlopende juridische posities van kinderen die wel, en kinderen die niet onder toezicht zijn gesteld 7. Duurzame oplossingen voor uitgeprocedeerde alleenstaande minderjarige vreemdelingen: adequate opvang, buitenschuld en de rolverdeling tussen de betrokken actoren 8. Conclusies
|