Description |
Op 1 juni 2013 is de Wet modern migratiebeleid (wet MoMi) in werking getreden. De wet MoMi ziet op een modernisering van het reguliere toelatingsbeleid ten aanzien van migranten van buiten de Europese Unie, de zogenaamde derdelanders. Het reguliere toelatingsbeleid is gedifferentieerd naar verschillende verblijfsdoelen zoals werk, studie of gezinshereniging. De wet MoMi heeft geen betrekking op asielmigratie.
De centrale probleemstelling van de wetsevaluatie is: Voldoet de wet MoMi aan de doelstellingen zoals deze door de wetgever zijn geformuleerd bij de totstandkoming van de wettelijke regeling? De probleemstelling is uitgewerkt in drie onderzoeksvragen die corresponderen met de drie hierboven genoemde terreinen: de toelatingsprocedures, de referentensystematiek en toezicht en handhaving.
1.Zijn de toelatingsprocedures voor alle reguliere migranten snel, doeltreffend en beheersbaar?
2.Werkt de referentensystematiek en zijn de administratieve lasten voor burgers en bedrijven zo beperkt mogelijk gehouden?
3.Is het toezicht- en handhavingsmechanisme zoals neergelegd in de wet MoMi (gebaseerd op vertrouwen vooraf en controle achteraf) effectief?
|