Description |
Voor de periode 2015-2035, zo constateerde de Commissie Arbeidsparticipatie (commissie Bakker) in haar rapport van juni 2008,1 wordt een tekort aan arbeidskrachten op
de arbeidsmarkt verwacht. Het Nederlandse beleid is er in de komende jaren primair op gericht om dat tekort met nationale (beleids-) inspanningen op te lossen. Volgens de commissie Bakker dient dit te gebeuren door een hogere arbeidsparticipatie en arbeidsproductiviteit alsook door het beter laten aansluiten van onderwijs op de arbeidsmarkt. Daarnaast wijst de ACVZ op de mogelijkheid om productie naar elders te verplaatsen zodat arbeidskracht vrijkomt voor die sectoren waar dat het meest nodig is (infrastructuur,
zorg, bouw, onderwijs, horeca). Maar naast deze inspanningen zou volgens de ACVZ tijdelijke arbeidsmigratie, bijvoorbeeld in de vorm van de in de beleidsnotitie Internationale Migratie en Ontwikkeling 20082 bedoelde circulaire migratie, als aanvullend instrument
nuttig kunnen zijn. Drie overwegingen ten aanzien van tijdelijke arbeidsmigratie zijn voor de ACVZ van belang. Allereerst dient de ‘tijdelijkheid’ van tijdelijke arbeidsmigratie
centraal te staan. De terugkeer zal, hoe problematisch dat ook is, moeten worden gegarandeerd. Ten tweede, kan daar waar het gaat om bijvoorbeeld arbeidsvoorwaarden niet aan
het beginsel van gelijke behandeling worden getornd. Ten derde acht de ACVZ het van belang, dat ondanks de benodigde reflectie op de huidige financiële crisis en de recessie
die daar een gevolg van is, niettemin de mogelijkheden van langdurige tijdelijke arbeidsmigratie als arbeidsmarktinstrument voor de periode vanaf ongeveer 2015 zouden moeten worden bestudeerd en op bruikbaarheid te worden getoetst.
In het advies richt de ACVZ zich op het vereiste raamwerk voor werving, binnenkomst, verblijf en terugkeer van tijdelijke arbeidsmigranten. Daarbij wordt niet alleen rekening gehouden met de belangen van Nederland. Uitgangspunt is ook om waar mogelijk tegemoet te komen aan de belangen van de migrant en het land van herkomst.
Tijdelijke arbeidsmigratie wordt in dit advies als volgt gedefinieerd:
Tijdelijke arbeidsmigratie is die vorm van migratie die onderdanen van derde landen de
mogelijkheid biedt om voor een periode van maximaal vier jaar in Nederland te komen
werken waarna zij aan het einde van die periode terugkeren naar hun land van herkomst dan wel vertrekken naar elders.
In het advies wordt ingegaan op:
• het organisatorische en juridische kader;
• planning, besluitvorming, keuze van landen van herkomst, afspraken met landen van
herkomst en de rol van internationale organisaties;
• werving, arbeidsovereenkomst, inreis en verblijf waarbij de rol van marktpartijen aan
de orde wordt gesteld;
• werkgevers en vakopleidingen;
• haalbaarheid en handhaving waaronder terugkeer en de daarbij te bieden faciliteiten;
• (andere) randvoorwaarden, zoals gezin, opleidingen;
• samenwerking binnen de EU en/of met individuele lidstaten.
|