Description |
In de asielprocedure worden asielverhalen beoordeeld door medewerkers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De beoordeling van de IND is een poging om deze verhalen te verifiëren. Asielzoekers zijn meestal niet in staat om volledig te bewijzen wat hen in het land van herkomst is overkomen. Dit kan redelijkerwijs ook niet van hen worden verlangd. Lastig voor de IND is dat de verklaringen van de asielzoeker vaak niet zijn onderbouwd met documentatie of ander bewijs. Dit maakt het voor de IND bijzonder moeilijk om de verklaringen te controleren. Daarbij komt nog dat asielprocedures ook gaan over de vraag welke risico’s een asielzoeker bij terugkeer naar zijn of haar land van herkomst zou lopen. Dit is een vraag naar toekomstige gebeurtenissen, die uiteraard nooit met volledige zekerheid zijn te bepalen. Daarom toetst de IND niet of de verklaringen van de asielzoeker zwart-wit gezien ‘waar’ zijn, maar weegt zij de verklaringen en maakt een inschatting of de asielzoeker internationale bescherming nodig heeft. Als verklaringen niet kunnen worden geverifieerd, kijkt de IND in hoeverre deze overeenkomen met informatie uit algemene bronnen en met de overige verklaringen van de asielzoeker. Hoe de IND de verschillende elementen onderling weegt om tot een beslissing te komen, kan niet eenduidig uit de huidige wet- en regelgeving worden opgemaakt. De ACVZ geeft een aantal juridische handvatten voor de interpretatie van Europese regels. De IND hoeft niet altijd volledig overtuigd te zijn van de geloofwaardigheid van alle verklaringen van de asielzoeker. Zowel de negatieve als de positieve elementen in het verhaal van de asielzoeker worden onderling gewogen. De ACVZ concludeert dat de IND er in het afgelopen jaar in is geslaagd de geloofwaardigheidsbeoordeling te verbeteren. Beslissingen worden beter gemotiveerd, waardoor de rechter beter in staat is om de rechtmatigheid daarvan te beoordelen.
|